Wat is een roetfilter?

Sinds 1 januari 2011 moeten alle nieuwe dieselpersonenauto’s en lichte diesel bestelauto’s die worden verkocht een roetfilter hebben. De reden hiervoor is dat in de uitlaatgassen van dieselauto’s fijnstof / roet zit, wat schadelijk is voor de gezondheid en het milieu. Fijnstof deeltjes blijven namelijk lang in de lucht hangen, wat de kwaliteit van de lucht niet ten goede komt. Ze veroorzaken smog en tasten gebouwen aan. En door inademing kunnen deze kleine roetdeeltjes de luchtwegen irriteren en diep in de longen komen, wat bijvoorbeeld weer hart- en longziekten kan veroorzaken.

Roetdeeltjes ontstaan door onvolledige verbranding. Een roetfilter heeft een poreuze wand die wel de uitlaatgassen doorlaat, maar de roetdeeltjes tegenhoudt doordat ze vastkleven aan de wanden van de poriën van het filtermateriaal. Een probleem is dat de roetproductie zo groot is, dat het filter snel verstopt raakt. Daarom moet het geregenereerd worden, wat betekent dat het regelmatig en automatisch schoongebrand wordt. Anders gezegd: het roet dat is tegengehouden door het filter, moet verbrand worden en daar heb je een temperatuur van 550º celsius voor nodig in de uitlaat. Die temperatuur behaal je bij een hoge belasting van de motor, maar niet in bijvoorbeeld het stadsverkeer (ca. 200º C). De filters die sinds 1 januari 2011 verplicht zijn, zijn dusdanig ontworpen dat meer dan 95% van de roetdeeltjes tegenhouden worden en dus ook het verstopt raken moet voorkomen.